Weer

0
Weer


Ik vind je ogen mooi. Hun verrassende weer
zoals het schutblad van de bougainvillea, een blad
veranderde plotseling in de dageraad, perzik
of wolk, uit de zon getrokken
en donkerwater. Nee. Je ogen zijn droog
en zeg niets. ik kijk naar
Jij. Ik weet niet wat ik denk.
Je kijkt naar mij – wat, zeg je; Niets
Ik zeg. Nee. Vertel me iets. ik vind het leuk
als je handen plotseling op mijn schouders liggen
toen ik van plan was op te staan, pak dan
een biertje, en rondlopen kijkend
uit de ramen bij de bougainvillea
en sta er weer van te schrikken
tegen de droge blauwe lucht niets doen
en in plaats daarvan sluit ik mijn ogen en die van jou
zijn in het kussen en rond en ik, wanneer
ze worden stil en zeker, ben hun
voorwerp. Nee waarom. Alleen
Ik zie je ogen even
eerst, dan nogmaals, eerst je ogen
nogmaals, een stroom pekel – ze zijn blauw
bij de oceaan, blauwgroen in het bos; soms
ze zijn grijs. Nee. De bougainvillea
zwaait. Ik vind het leuk als je naar me toe loopt
wacht dan alsof je wacht tot ik het zeg
iets – wat, zeg ik. Vertel me iets.
Prima. Je ogen zijn soorten
van spirituele materie, objecten vertellend die ik kon
nemen. Ik zou ze behandelen
vriendelijk. Ze zijn een feit. ik voel
Ik heb ze nodig om mij eruit te halen
dit, onze verschrikkelijke tijd. Nee, dat zijn ze niet allemaal
er is naar het paradijs, need nergens
daarin kan ik de roodste vinden
weefsel, nergens zo broos, intens
vuur. Of ja, zoals, op welke diepte
Ik kan niet zeggen: ze nemen op, zoals
satellieten doen, wat er is
achter mij van onvoorziene omstandigheden
en draag het voort, precies zo
tastbare wereld, of licht, of lichter maken, zoals sommigen
pekpijnboom gebogen, bijna voorover gebogen
naar het duin dat je ziet
een golvende, groen schuimende golf te zijn
methodisch boven het zand getild
wind, vrijwel tot breken.

LEAVE A REPLY

Please enter your comment!
Please enter your name here