We hebben het luxehok van de 21e eeuw te danken aan die ‘sombere wetenschap’, economie, schaarste aan hulpbronnen, bevolkingsdruk, kapitaalstromen en … kunstenaars.
Het leven op een zolder begon tijdens de deïndustrialisatie van New York Metropolis na de Tweede Wereldoorlog. Deze kunstenaars, uitgehongerd of anderszins, uit Greenwich Village geprijsd, trokken naar leegstaande, gietijzeren gebouwen in Decrease Manhattan en creëerden geïmproviseerde studio’s en kunstenaarscollectieven.
In 1967 kocht kunstenaar en ontwerper George Maciunas Wooster Avenue 80 in SoHo, het gebied ‘ten zuiden van Houston’, een grauwe industriële wijk die voorheen bekend stond als ‘Hell’s Hundred Acres’. Het zeven verdiepingen tellende Miller Cardboard Co.-gebouw was functioneel verouderd, maar het holle interieur bleek ideaal voor zijn visie: betaalbare woon-/werkzolders waar kunst en kunstenaars konden gedijen. Zijn “Fluxhouse Cooperative II” trok enkele van de grootste namen van het decennium – Andy Warhol, John Lennon, Yoko Ono en Hermann Nitsch – aan om hun werken tentoon te stellen.
Zweetgelijkheid creëerde de loftruimtes die de kunstenaars aantrokken, die de levensstijl brachten die de herinvestering en herontwikkeling van ‘slim geld’ met zich meebracht en bracht … mensen die eenvoudigweg grote, fantasierijke woonruimte wilden in een drukke stad.
De loft en de levensstijl zijn een blijvertje, niet alleen in Decrease Manhattan, maar overal in stedelijke landschappen. Hierbij, Luxe gedefinieerd biedt een verzameling luxe lofts aan in vijf steden over de hele wereld – geen artistieke vaardigheid vereist.